Grasjaar 2019 in beeld
9 oktober 2019 - Veehouderij
Het grasjaar 2019 kenmerkt zich door groeiderving en het veelvuldig optreden van boterzuursporen in de melk. De voorjaars- en zomerkuilen vertonen wisselende eiwitkwaliteit. Voor de kuilen van dit najaar is de verwachting dat de kwaliteit prima zal zijn.
De hitte en droogte in delen van Nederland heeft op een aantal gebieden de groei van het gras flinke geremd. Ook de opname van mineralen zoals fosfor en zwavel is hierdoor verminderd.
Boterzuur
Boterzuursporen komen via het voer in de mest terecht en vervolgens op de spenen van koeien. Zo komen ze tijdens het melken in de melk terecht. Zuivelverwerkers laten de laatste maanden steeds vaker weten dat zij een negatieve invloed van boterzuursporen op de productieprocessen constateren.
De hogere druk van boterzuursporen is mogelijk te verklaren doordat er in de eerste week van mei veel voorjaarskuilen ingekuild zijn met een laag droge-stofgehalte en daarnaast hoog eiwit. Het risico op een ongewenst hoog boterzuursporengehalte in zulke kuilen kan ook ontstaan door een hoog ruw-asgehalte. Dit is bijvoorbeeld het geval als er zand en/of mestdeeltjes zijn meegenomen vanaf het land.
Om meer informatie te krijgen over deze kuilen met een verhoogd risico, kan het gangbare voederwaardeonderzoek worden aangevuld met een onderzoek naar anaerobe sporen. Op basis hiervan kan de bron van de besmetting tijdig in beeld gebracht worden. Het onderzoek kan ook achteraf op alle voeders uitgevoerd worden, indien nodig.
Voorjaarskuilen
De voorjaarskuilen vertonen veel verschillen in eiwitkwaliteit. De verschillen in verteerbaarheid zijn klein. Dit jaar is de eerste snede in grofweg drie etappes gemaaid. Een groot deel rond Pasen, een ander deel de eerste week van mei en de laatste etappe rond half mei. Uit onderzoek van Eurofins Agro blijkt dat de verschillen in maaimomenten voornamelijk hebben geleid tot verschillen in eiwitkwaliteit. De spreiding in maaimoment had geen/nauwelijks effect op de verteerbaarheid. Dit komt door de lage temperaturen van dit voorjaar. De veroudering van gras is mede afhankelijk van temperatuur. Bij warme temperaturen treedt er sneller verhouting op en is het gras trager verteerbaar.
De verschillen in het oplosbaar ruw eiwit (RE) zorgen voor veel verschil in de eiwitkwaliteit. Hoe hoger het percentage oplosbaar RE, hoe onbestendiger het eiwit in de pens van de koe. De kuilen die later zijn gemaaid zijn dus aanzienlijk bestendiger. Dit komt voornamelijk doordat deze kuilen met een hoger droge stofpercentage zijn ingekuild.
Zomerkuilen
De zomerkuilen van 2019 bevatten, net zoals die van 2018, relatief weinig eiwit. In de zomerkuilanalyses is wel veel spreiding te vinden. Ruim 30% van de zomerkuilen heeft een totaal ruw-eiwitgehalte onder de 150 g/kg en ten opzichte van voorgaande jaren is dat aan de lage kant. Ook in de mineralengehalten zijn de effecten van de weersomstandigheden goed zichtbaar. Bijvoorbeeld de zwavelbemesting, vaak in het voorjaar gedaan, blijkt veelal slecht benut als gevolg van de droge en koude meimaand. De grote spreiding in de kwaliteit van de diverse zomerkuilen is dus voornamelijk toe te wijzen aan de hoeveelheid neerslag, het wel of niet beregenen van graslandpercelen en het maaimoment.
Verwachting najaarskuilen
Het lijkt een najaar te worden zoals we in 2017 hebben gehad. Oftewel een groeizaam najaar, met veel natte dagen en halverwege oktober een paar dagen droog. Wind voornamelijk uit het zuiden, dus warme lucht. De nachten lijken kouder te worden dan gebruikelijk, dus het suikergehalte zal iets hoger worden. Al met al prima voorwaarden voor een mooie najaarskuil. Kies bij bemonstering van deze kuilen voor de pakketten Extra of Compleet om het gras goed in te kunnen passen in het rantsoen.