Meer fosfaat in 2017? Denk aan monstername
20 maart 2017 - Expertartikel
Wilt u dit jaar gebruik maken van meer bemestingsruimte voor fosfaat, maar heeft u nog niet de juiste cijfers in huis voor alle percelen? Vraag dan nu bemonstering aan. Tot uiterlijk 15 mei kunt u uw aanvraag indienen via de Gecombineerde Opgave.
De wettelijke maximale fosfaatbemesting (gebruiksnorm) is afhankelijk van de fosfaattoestand van de bodem. Sinds 1 januari 2010 wordt gewerkt met de categorieën arm, laag, neutraal en hoog om de fosfaattoestand aan te duiden. Op een perceel met een lage fosfaattoestand mag meer bemest worden dan op een perceel met een hoge toestand.
De grondmonsters voor de regeling fosfaatdifferentiatie mogen op 15 mei niet ouder zijn dan vier jaar. Dit houdt in dat percelen die bemonsterd zijn vóór 15 mei 2013 opnieuw bemonsterd dienen te worden. Houd daarbij rekening met een onderzoekduur van 10 werkdagen. U kunt monstername aanvragen via uw rayonmedewerker of via één van onderstaande links.
- Bemonstering aanvragen voor grasland
- Bemonstering aanvragen voor bouwland
De regels op een rij
Hoe zit de regeling voor de fosfaatdifferentiatie (flex-P) ook alweer in elkaar? We zetten voor u de regels nog even op een rij:
- Is de grond niet bemonsterd en geanalyseerd? Dan moet u rekenen met de laagste fosfaatgebruiksnorm.
- Voor bouwland geldt het Pw-cijfer, voor grasland het P-Al cijfer
- Op percelen met een Pw die lager is dan 25 of een P-Al van minder dan 16 (fosfaatarme- en fixerende percelen) geldt een extra hoge fosfaatgift. Hier is reparatiebemesting mogelijk. Gestratificeerde bemonstering is dan wel een vereiste, anders komt u niet in aanmerking voor 120 Kg Fosfaat.
- Het analyseverslag is voor vier jaar geldig
- Op grasland en bouwland mag u, als uw percelen daarvoor in aanmerking komen, de extra hoeveelheid fosfaat in de vorm van kunstmest, dierlijke mest en andere organische meststoffen geven.
- Houd echter wel rekening met andere regelingen. Bijvoorbeeld: als u deelneemt aan de derogatie (veehouderij) mag u geen kunstmest gebruiken
- De hoeveelheid die u mag bemesten, berekent u met de oppervlakte landbouwgrond die u op 15 mei bij uw bedrijf in gebruik hebt.
- U vermenigvuldigt de oppervlakte met de bijbehorende fosfaatgebruiksnorm. Dit doet u voor elke categorie (laag, hoog, neutraal, reparatie), voor (eventueel) zowel bouwland als grasland.
- Er is sprake van grasland als het gras bestemd is als ruwvoer. Landbouwgrond met graszaad of graszoden rekent u tot bouwland.
Zie hieronder de gebruiksnormen per categorie:
Fosfaatklassen:
BOUWLAND
PW-waarde | <25 | 26 - 36 | 36 - 55 | >55 |
categorie | arm | laag | neutraal | hoog |
2014 | 120 | 80 | 65 | 55 |
2015 | 120 | 75 | 60 | 50 |
2016 | 120 | 75 | 60 | 50 |
2017 | 120 | 75 | 60 | 50 |
GRASLAND
PAL waarde | < 16 | 16-27 | 27 - 50 | > 50 |
categorie | arm | laag | neutraal | hoog |
2014 | 120 | 100 | 95 | 85 |
2015 | 120 | 100 | 90 | 80 |
2016 | 120 | 100 | 90 | 80 |
2017 | 120 | 100 | 90 | 80 |
Bemestingsruimte fosfaat in P2O5 per hectare
Wilt u meer weten over de fosfaatdifferentiatie? Raadpleeg dan de website van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland.