Sluit de kringloop met eigen mest

31 januari 2019 - Expertartikel

Bewust ruwvoer telen van eigen grond vraagt om een landbouwkundig bemestingsplan. Het gebruik van drijfmest speelt daarbij een belangrijke rol. De kwaliteit van drijfmest kan echter sterk verschillen.

Om optimaal gebruik te kunnen maken van de nutriënten in de mest is het zaak om te weten wat er in zit. Laat drijfmest daarom onderzoeken ruim voordat u deze gaat uitrijden. Uit berekeningen blijkt dat voor een bedrijf met bijvoorbeeld 40 ha grasland zo een besparing van € 2250 is te realiseren. 

Een goede kwaliteit gras(kuil) is van veel factoren afhankelijk zoals het maaimoment, het weer, de bemesting, het inkuilmanagement en de genetica. Dat de bodem letterlijk de basis is voor een goede opbrengst en kwaliteit van ruwvoeders, blijkt steeds vaker uit onderzoek. De toegestane bemesting van stikstof (N) is vanwege regelgeving steeds lager. Hierdoor dalen ook de gehaltes ruw eiwit in ruwvoer. Gewassen zijn door de lagere stikstofgift dan ook steeds meer aangewezen op de capaciteit van de bodem om nutriënten te leveren. "Een landbouwkundig bemestingsplan op basis van grondonderzoek en een analyse van de aanwezige mest is dan het uitgangspunt voor het telen van kwalitatief goed ruwvoer," zegt Leo Tjoonk, kenniscoördinator ruwvoedergewassen bij Agrifirm.

Drijfmestanalyse

Tjoonk: "Werken met een gemiddelde samenstelling van rundveedrijfmest is een onbetrouwbare richtlijn om de bemesting van grasland op te baseren. De spreiding in de samenstelling is enorm. Zo varieert het stikstofgehalte van drijfmest tussen 2,9 en 4,9 kg/ton. Deze variatie is onder andere het gevolg van verschillen in rantsoen en de hoeveelheid spoelwater. Bij een mestgift van 25 kuub per ha kan dit verschil oplopen tot 25 kg N/ha."

Hij rekent voor wat dat betekent. Als er jaarlijks ongeveer 50 kuub drijfmest/ha wordt uitgereden kan het verschil in N-gift oplopen tot 50 kg N/ha. Bevat de mest veel stikstof, dan kan er 50 €/ha (1 kg N = 1 €) worden bespaard op kunstmestkosten.

Als de mest weinig stikstof bevat, wordt er effectief te weinig stikstof aangewend en zal de ds-opbrengst/ha lager zijn. Uit meerjarig onderzoek komt naar voren dat de respons per kg N ongeveer 7,5 kg ds gras is. Bij aanwending van 50 kuub drijfmest/ha betekent dit een opbrengstdaling van 375 kg ds/ha. In financieel opzicht betekent dit een opbrengstderving van ruim 56 €/ha ( 0,15 €/kg ds). Bij een gemiddelde bedrijfsgrootte van 40 ha grasland betekent dit een opbrengstderving van ongeveer 2250 €.

MestCheck

"Met MestCheck krijgt u naast een goed inzicht in het daadwerkelijke N-gehalte van de drijfmest ook inzicht in andere waarden die van belang zijn voor een optimale opbrengst en een goed bemestingsplan," vertelt Sabrina Podesta, account manager bij Eurofins Agro. "Ook krijgt u inzicht in onder andere kalium (K), fosfaat (P) en de CN-verhouding."

Kali is belangrijk voor de eiwitvorming én een belangrijke voedingsstof voor met name klavers. Een Kali-gehalte dat op peil is draagt bij een hogere ruw eiwitopbrengst. Met 50 kuub drijfmest per ha wordt gemiddeld zo’n 285 kg K aangevoerd. Echter ook hier is de variatie in de drijfmest groot, tussen de 4,2 en 6,8 kg K/ton. Met een gift van 50 kuub/ha/jaar is het verschil in bemestende waarde tussen de hoogste en de laagste waarde 130 kg K/ha.

Perceelsgericht advies

Gericht bemesten per perceel op basis van een landbouwkundig bemestingsplan gebaseerd op de bemestingstoestand en de mestsamenstelling is de toekomst. Door de hoeveelheid uit te rijden drijfmest af te stemmen op de bemestingstoestand van de bodem worden de verschillen in bodemvruchtbaarheid kleiner. Daarmee benut u de bemestende waarde van drijfmest optimaal en is bovendien het ruwvoer uniformer van kwaliteit. Dat zorgt er dan weer voor dat er minder schommeling op zullen treden in de rantsoenen waardoor het mogelijk wordt om ’scherper’ te voeren en meer melk te halen uit eigen ruwvoer.

Meer weten?