Toelichting sportvelden

Elk gewas heeft voedingsstoffen nodig. De nutriënten waar een gewas het meest van nodig heeft, zijn stikstof (N), zwavel (S), fosfaat (P), kalium (K), calcium (Ca) en magnesium (Mg). De andere essentiële nutriënten zijn de sporenelementen ijzer (Fe), zink (Zn), mangaan (Mn), koper (Cu), borium (B), molybdeen (Mo) en chloor (Cl). Een gewas heeft van sporenelementen relatief weinig nodig, maar een tekort kan bij ieder gewas opbrengst- en of kwaliteitsverlies veroorzaken.

De nutriënten natrium, silicium, kobalt, selenium kunnen ook van belang zijn voor onder andere opbrengst, kwaliteit, weerbaarheid, stevigheid, vruchtbaarheid, smakelijkheid en (dier)gezondheid.

Nutriënten kunnen elkaar ook beconcurreren. Als bijvoorbeeld de Mg-toestand 'goed' is maar de K-toestand 'hoog' is, kan er alsnog een Mg-tekort ontstaan, doordat het gewas meer moeite heeft om de magnesium te vinden in de bodem. De adviesgiften houden derhalve ook rekening met deze interacties.

In het eerste jaar na aanleg verandert de toestand van de bodem sterk. Om het jaar na aanleg op juiste wijze te bemesten wordt een nieuw grondmonster aanbevolen.

Het analyseren van het maaisel is een goed hulpmiddel om te beoordelen of het N- en P-gehalte in het gras voldoende zijn en daarmee of de bemesting op orde is. U kunt hiervoor een GewasCheck aanvragen.

Bij het nieuw aanleggen van het sportveld, de geadviseerde giften voor N, P en K door de bovenste 10 cm werken.

Meer informatie over de verstrekte adviezen per onderdeel

Stikstof

Het stikstofadvies houdt naast het organische stofgehalte ook rekening met het stikstofleverend vermogen en de pH. Het stikstofadvies is gebaseerd op een normale bespelingsintensiteit (150-350 uur) en een gemiddelde maaifrequentie (40-50 x per jaar). Is de bespelingsintensiteit of de maaifrequentie extensiever of intensiever, pas dan het advies aan volgens onderstaande tabel. Indien het maaisel wordt afgevoerd, verhoog dan het N-advies met 20 kg N/ha.

Bij inzaai van het sportveld na september een extra gift van 50 kg N/ha in november geven.

Fosfaat

Voer de fosfaatbemesting uit in het voorjaar. De plantbeschikbare fosfaat is door de lage bodemtemperaturen in het voorjaar het laagst.

Kalium

Voor een optimale kalivoorziening gedurende het gehele groeiseizoen, is het gewenst de helft van de geadviseerde gift in maart en de andere helft in juni toe te dienen. Bij een lage CEC kan een nog verdere opdeling van de gift gewenst zijn.
Teveel kalium concurreert met onder andere calcium en magnesium. Te weinig kalium zal de groei en weerstand belemmeren.

Magnesium

Het beste tijdstip om de bemesting uit te voeren is het voorjaar.

Organische stof

Als de zodelaag een lutumpercentage groter dan 4% of een organische stof gehalte groter dan 6,5% heeft, is verschraling met 30 - 50 m3 zand per veld/jaar aan te bevelen. Laat de geschiktheid van het verschralingszand controleren door middel van een granulaironderzoek.

Bekalking

Als u een bekalkingsadvies krijgt, strooi niet meer dan 300 kg kalk (neutraliserende waarde) in één keer per ha per jaar.

Het beste tijdstip van bekalken bij bestaande sportvelden is in de rustperiode van het veld.