Toelichting BodemGezondheidsIndicator

Werken aan een gezonde bodem is als het oplossen van een complexe legpuzzel, waarbij alle stukjes in elkaar moeten passen en in balans moeten zijn. Inzicht in de bodemgezondheid door gebruik te maken van nauwkeurige gegevens uit gedetailleerde analyses, is hierbij van groot belang. Een gezonde bodem is de basis voor voedselkwaliteit en voedselzekerheid. Het draagt ook bij aan veerkrachtigere gewassen, schoner water, duurzame productie, een grotere biodiversiteit, en helpt koolstof op te slaan en de CO2-uitstoot te verminderen.

ABCDE Score

De BodemGezondheidsIndicator geeft inzicht in de status van de bodem zowel voor fysische, chemische, als biologische aspecten. De A-B-C-D-E-score geeft u snel inzicht in de huidige bodemstatus en in de impact van uitgevoerde maatregelen of verbeteringen. Elke letter staat voor een specifieke bodemconditie.

- A: Uitstekend: ideale bodemgezondheid voor duurzaam bodembeheer.
B: Goed: kleine verbeteringen mogelijk.
- C: Gemiddeld: verbeteringen nodig om optimale groei te bewerkstelligen ​.
D: Matig: herstelmaatregelen zijn vereist.
E: Zwak: meerdere ingrepen noodzakelijk om verdere schade te voorkomen.

De berekening van de scores is gebaseerd op 6 parameters de EC (geleidbaarheid), de verhouding klei/organische koolstof, fosfaat, de aanwezigheid van zware metalen, de bodem pH en de microbiële biomassa in de bodem. De scores voor deze parameters zijn gebaseerd op een voorstel van de Europese Unie (European Commission. Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on Soil Monitoring and Resilience (Soil Monitoring Law); European Commission: Brussels, Belgium, 2023)

Fysische aspecten - Zoutindicatoren
Het rapport geeft de resultaten van verschillende natriumindicatoren (plantbeschikbaar natrium (Na), natriumadsorptieratio (SAR) en het percentage uitwisselbaar natrium (Na-bezetting ook wel ESP = exchangeable sodium percentage genoemd) weer. Zoutschade kan verwacht worden bij een ESP (Na-bezetting) hoger dan 6%. Ook bij Na adsorptie ratio (SAR) waarden groter dan 13 is er zeker kans op zoutschade aan het gewas. Naast natrium worden ook andere zouten weergegeven, samengevat in elektrische geleidbaarheid (EC). Al deze gegevens helpen bij het nemen van maatregelen, zoals plantselectie of het aanbrengen van gips om schade te voorkomen.

Fysische aspecten - Klei-humus (CEC)
Het klei-humus-complex (ook wel CEC = kationen uitwisselcapaciteit) geeft de capaciteit van de bodem weer om positief geladen voedingsstoffen (zoals K, Mg, Na en Ca) en andere elementen (Al en H) te binden. Dit wordt gezien als een voorraadvat, waaruit de bodem nutriënten kan leveren aan het gewas. Daarnaast spoelen nutriënten die aan de CEC zitten, minder gemakkelijk uit

Organische stof/Koolstof
Organische stof is opgebouwd uit verschillende nutriënten waarbij onder andere koolstof, stikstof en zwavel belangrijk zijn voor de kwaliteit. In de landbouw geldt dat de keuze van het gewas, groenbemester en eventuele bodemverbeteraars (dierlijke mest en compost) in grote mate de opbouw van organische stof in de bodem bepaalt. Jaarlijks wordt een deel van de organische stof in de bodem afgebroken door het bodemleven. De kwaliteit van de organische stof (de ratio’s C/OS, N/OS, C/N en C/S), de hoeveelheid klei (de klei/organische koolstof ratio) en het aanwezige bodemleven zijn van invloed op deze afbraak. Koolstof is de grootste component van organische stof.

In het schema wordt aangegeven hoeveel koolstof moet worden toegevoegd om de hoeveelheid koolstof in de bodem op peil te houden. Ook wordt een hoeveelheid aangegeven die moet worden toegevoegd om de hoeveelheid koolstof in de bodem met 0.04% omhoog te krijgen.

Biologische aspecten
Een gevarieerd en actief bodemleven is essentieel voor een gezonde en veerkrachtige bodem. Micro-organismen spelen een belangrijke rol bij de opbouw of afbraak van organisch materiaal, maar ook bij het vrijkomen van voedingsstoffen en het verbeteren van de bodemstructuur. Een rijk bodemleven draagt ook bij aan een betere weerbaarheid van de bodem tegen ziekten en plagen. Op het rapport wordt de aanwezigheid van het bodemleven gewaardeerd van laag tot en met hoog. Deze waardering is afhankelijk van de aanwezige hoeveelheid organische stof. Bij hoger organische stof gehalte wordt namelijk een grotere hoeveelheid bodemleven verwacht.

Chemische aspecten - Nutriënten algemeen
Elke plant heeft voedingsstoffen nodig. De nutriënten waar een plant het meest van nodig heeft, zijn stikstof (N), zwavel (S), fosfaat (P), kalium (K), calcium (Ca) en magnesium (Mg). De andere essentiële nutriënten zijn de sporenelementen ijzer (Fe), zink (Zn), mangaan (Mn), koper (Cu), borium (B), molybdeen (Mo) en chloor (Cl). Een plant heeft van sporenelementen relatief weinig nodig, maar een tekort kan bij iedere plant een verstoring van de groei tot gevolg hebben.

Nutriënten kunnen elkaar ook beconcurreren. Als bijvoorbeeld de Mg-toestand 'goed' is maar de K-toestand 'hoog' is, kan er alsnog een Mg-tekort ontstaan, doordat de plantmeer moeite heeft om de magnesium te vinden in de bodem.

Zwavel (S) komt vrij bij de afbraak van organische stof of mest. Deze afbraak vindt plaats door bodemleven. Bodemleven is onder koudere omstandigheden niet erg actief. Vroeg in het voorjaar komt er daarom weinig S vrij uit de bodem.

Chemische aspecten - Micronutriënten
Micronutriënten zijn essentiële voedingsstoffen die planten en micro-organismen nodig hebben voor groei en ontwikkeling. Elementen zoals zink, koper, ijzer en mangaan spelen een cruciale rol bij fotosynthese, enzymactiviteit en de opname van andere voedingsstoffen. Een evenwichtige aanwezigheid van micronutriënten draagt bij aan hogere gewasopbrengsten en maakt planten weerbaarder tegen ziekten en stressfactoren. Een teveel kan echter schadelijk zijn. Daarom is het belangrijk om beide te begrijpen.

Contaminanten
De beschikbare zware metalen zitten in de bodemoplossing en kunnen worden opgenomen door het gewas. Bodemverontreiniging met zware metalen zoals lood, cadmium en chroom kan de bodemgezondheid ernstig aantasten. Deze metalen kunnen giftig zijn voor nuttige bodemorganismen en de opname van essentiële voedingsstoffen door planten verstoren. Dit kan leiden tot verminderde gewasopbrengsten, een verslechterde bodemstructuur en langdurige schade aan het bodemecosysteem. Bovendien kunnen zware metalen zich ophopen in gewassen en via de voedselketen een risico vormen voor de gezondheid van mens en dier.

Fosfaat binding
Een hoge fosfaatverzadiging kan leiden tot afspoeling en waterverontreiniging, terwijl een goede fosfaatbinding essentieel is voor de beschikbaarheid van voedingsstoffen voor planten.

Gewasgericht advies
Op basis van alle analyseresultaten in het pakket ontvangt u een bemestingsadvies voor maximaal zes gewassen. Dit zorgt voor een efficiënter gebruik van inputs en een beter afgestemde bemesting. Het advies is gebaseerd op een standaard opbrengst. Er zijn ook verschillende aanbevelingen voor verschillende variëteiten van gewassen.

Bodemgericht advies
Deze aanbevelingen helpen u te investeren in een gezonde en veerkrachtige bodem voor de toekomst. Dit omvat het verbeteren van de pH, het optimaliseren van de bodemvruchtbaarheid, het balanceren van de voedingsstoffen gebonden aan de CEC om de bodemstructuur te verbeteren, en richtlijnen om de status van organische stof in uw bodem te behouden of te verbeteren.