Einde derogatie en de impact op jouw mestbeleid

Einde derogatie en de impact op jouw mestbeleid

22 december 2025

Nu de derogatie is verdwenen, staan veel melkveehouders voor nieuwe uitdagingen op het gebied van bemesting. Minder drijfmest betekent dat sommige nutriënten, zoals stikstof, fosfaat en kali, onder druk komen te staan. Maar hoe weet je nu precies wat er in je mestput zit?

Standaardwaarden: een valkuil
Onlangs organiseerde Eurofins op verschillende plekken in het land de Expertdagen Veehouderij. Tijdens deze sessies was er veel interesse voor de presentatie van Productmanager Mest Job Kraaijvanger, die inzichten deelde op basis van 10.000 mestanalyses die zijn verricht in de periode 2020 - 2025.  “Veel veehouders rekenen met standaardwaarden voor stikstof, fosfaat en kali, maar de praktijk wijkt vaak af. Uit de analyse blijkt dat werkelijke gehalten meestal lager liggen. Alleen op standaarden vertrouwen vergroot dus het risico op onderbemesting. Inzicht in je eigen mest dus echt van belang. Zelfs op één erf kan het sterk variëren.”

 

Want de cijfers van Eurofins laten zien dat er niet alleen verschillen zijn tussen bedrijven, maar ook binnen bedrijven kunnen de gehalten schommelen.

Grote verschillen tussen bedrijven én binnen bedrijven

Want de cijfers van Eurofins laten zien dat er niet alleen verschillen zijn tussen bedrijven, maar ook binnen bedrijven kunnen de gehalten schommelen. ‘Uit de analysecijfers komen op hetzelfde bedrijf meetbare verschillen tussen jongvee- en melkveeputten naar voren. Melkvee zit vaak hoger qua gehaltes, maar de praktijk leert dat het ook de andere kant op kan vallen.'

'Voor het opstellen van een bemestingsplan en het afstemmen van de mestgift is inzicht in de gehaltes zeker geen overbodige luxe. Meer weten over de kwaliteit van de mest had al voordelen, maar die noodzaak wordt groter per 1 januari’, meent Kraaijvanger. Want vanaf dat moment is de derogatie volledig afgebouwd en de impact daarvan is onder andere dat er een bemestingsgat ontstaat. Om dit te kunnen opvangen is meer maatwerk nodig. Kraaijvanger: “Voor een regulier melkveebedrijf kan dit betekenen dat de afstemming tussen organische mest en kunstmest meer aandacht zal vragen. Deze afstemming zal effectiever zijn wanneer je deze baseert op actuele analyses die een completer beeld schetsen van de mest. Zo kun je voorkomen dat je gewassen tekortkomen.”

Conclusie: meten is weten
De belangrijkste boodschap van Kraaijvanger is duidelijk: “Grote schommelingen in gehaltes en minder mogelijkheden om mest op het perceel te brengen betekent dat toedienen van nutriënten met beschikbare mest zo effectief mogelijk moet gebeuren. En dus is het zeer belangrijk om te weten wat er in de put zit. Als je dat weet kun je als veehouder inspelen op de veranderende regelgeving en toch zorgen voor een optimale bemesting van je land. Weten wat er in je mest zit voorkomt een hoop shit!”.

Lees hier meer over mestanalyses van Eurofins.