Nieuwe methode voor analyse bodemleven
13 mei 2020 - Akkerbouw
Een actief bodemleven is goed voor de groei en ontwikkeling van planten. Bodemleven maakt voedingstoffen beschikbaar voor het gewas, produceert humus en draagt bij aan een goede bodemstructuur. Bovendien zorgt een goed ontwikkeld bodemleven ervoor dat schadelijke schimmels en bacteriën zich minder snel kunnen vermeerderen. Een rijk en actief bodemleven bevordert zo de algemene ziektewering van de bodem.
Bodemleven bestaat uit een groot aantal verschillende organismen zoals schimmels, bacteriën, mijten, aaltjes en pot- en regenwormen. Micro-organismen zoals schimmels en bacteriën zijn niet gemakkelijk waar te nemen in de bodem. Tot nu toe werden deze organismen met microscopisch onderzoek in kaart gebracht.
Unieke samenstelling celwanden
De nieuwe BodemlevenMonitor maakt gebruik van een internationaal erkende methode om verschillende functionele groepen te bepalen. De methode berust op het analyseren van vetzuren in de celmembranen van levende micro-organismen met gaschromatografie.
Het gaat hierbij om de zogenaamde fosfolipidenvetzuren, in het Engels Phospholipid Fatty Acids (PLFA). De PLFA-samenstelling van de celwanden is uniek voor de verschillende groepen. PLFA’s komen alleen voor in levende organismen; in dode cellen breken deze vetzuren snel af.
Inzicht in welke PLFA’s in een grondmonster aanwezig zijn, geeft dus informatie over zowel de hoeveelheid levende biomassa als over welke groepen micro-organismen in de bodem aanwezig zijn. De methode is niet geschikt om specifieke soorten te determineren. Hiervoor blijven DNA-analyses en uitplaatmethodes relevant.
Parameters
Het BodemlevenMonitor-verslag vermeldt de volgende parameters:
- de totale microbiële biomassa. Dit is een indicatie voor de hoeveelheid levende micro-organismen.
- de hoeveelheid bacteriën plus een uitsplitsing in verschillende groepen:
- de Gram-positieve bacteriën. Deze bacteriën zijn over het algemeen groter dan Gram-negatieve bacteriën en kunnen sporen vormen. Hierdoor zijn ze beter bestand tegen droogte- en waterstress. Binnen de groep Gram-positieve bacteriën worden de Actinomyceten apart vermeld. Deze bacteriën lijken op schimmeldraden en dragen bij aan ziektewering van de bodem.
- de Gram-negatieve bacteriën. Deze bacteriën hebben een buiten-membraam en kunnen stress in de vorm van verstoring of gebruik van gewasbeschermingsmiddelen beter verdragen dan Gram-positieve bacteriën.
- de totale hoeveelheid schimmels, plus een uitsplitsing:
- arbusculaire mycorrhiza: schimmels die leven in symbiose met de plantenwortels. Mycorrhiza leveren de plant water en nutriënten zoals fosfor en kalium.
- overige schimmels: deze groep bestaat voornamelijk uit saprofyten (schimmels die leven op dood materiaal).
- protozoa: eencellige micro-organismen die een belangrijke functie hebben in het beschikbaar maken van nutriënten voor de plant door het ‘grazen’ op micro-organismen.
- de verhouding tussen schimmels en bacteriën.
- de verhouding tussen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën.
- pH, organisch stof gehalte en informatie over de organische stof kwaliteit (C/OS ratio).
- streefwaardetraject voor de verschillende parameters.
Bodems en behandelingen vergelijken
BodemlevenMonitor brengt functionele groepen micro-organismen in kaart en geeft een ‘vingerafdruk’ van het aanwezige bodemleven. De analyseresultaten maken het mogelijk om verschillende bodems met elkaar te vergelijken, te monitoren door de tijd heen en om het effect van verschillende behandelingen op het bodemleven te meten.
Hier is het voorbeeldverslag te vinden.