Optimaliseren met een sluitend rantsoen

10 augustus 2021 - Veehouderij

De duurzaamheidstrend in de landbouwsector was Sjoerd en Antsje Minnema uit Friesland jaren geleden al opgevallen. Daarom zijn ze mee gaan doen met het ‘Beter voor Koe, Natuur en Boer’ programma van Royal A-ware en Albert Heijn. Dit heeft effect op keuzes in de bedrijfsvoering. Zo heeft het aandeel klaver en kruidenrijk grasland invloed op de uiteindelijke rantsoensamenstelling. Maar ook het veranderende weer is van grote invloed op het bedrijf.

Wij zagen jaren geleden al dat er steeds meer aandacht kwam voor duurzaamheid,” vertelt Sjoerd aan de keukentafel, onder het genot van koffie in een kopje met koeien erop. Samen met zijn vrouw  Antsje neemt hij de tijd om hun keuzes en uitdagingen op de boerderij uit te leggen.

Sjoerd en Antsje Minnema runnen samen een melkveebedrijf in Vegelinsoord (Fr). Ze zijn al jaren klant bij Eurofins Agro en leveren melk aan Royal A-ware. De recente samenwerking tussen beide partijen is een mooie aanleiding om een kijkje te nemen in de keuken van dit bedrijf.

Waarom doen jullie mee in het programma  ‘Beter voor Koe, Natuur en Boer’?

Sjoerd: “Wij hebben door de toenemende aandacht voor duurzaamheid de keuze gemaakt om mee te gaan in het programma Beter voor Koe, Natuur en Boer.” Dit programma is een initiatief van  Royal A-ware en Albert Heijn met als doel het realiseren van ‘een transparantere keten en zuivel en de productie van kaas te verduurzamen’.

Sjoerd en Antsje melken ongeveer 125 koeien met melkrobots en hebben daarnaast zo’n 70 à 80 stuks jongvee. Om het bedrijf ligt zo’n 55 hectare met grotendeels kleiige veengrond met voornamelijk Engels raaigras. Voorgaande jaren teelde ze ook 9 hectare aan snijmais. Sjoerd: “Omdat we bijna tegen de door Albert Heijn gestelde grens van 18.000 liter melk per hectare zaten,  is gekozen om dit jaar geen mais te telen maar gras en klaver. Sommige percelen hebben een uitgestelde maaidatum en er is een deel kruidenrijk grasland. Op 20% van de hectares grasland moet klaver staan of sprake zijn van kruidenrijk grasland (10%).”

Hoe gaan jullie om met de keuze om geen snijmais meer te telen?

De afwezigheid van snijmais in het rantsoen  wordt opgevangen door, naast de reguliere kuil, onder andere ook kruidenrijk gras, maismeel en perspulp te voeren. Samen met de voeradviseur wordt een sluitend rantsoen gemaakt. Antsje: “Gelukkig is de eerste kuil van dit jaar erg goed. Als we een hele korte snede hadden gehad was het moeilijker om het gebrek aan mais op te vangen. De eerste snede is rond 31 mei gemaaid en meer een anderhalve snede geworden van zo’n 5 á 6 ton droge stof.”

De kuilen worden altijd bemonsterd door Eurofins Agro, ook op mineralen en sporenelementen. Sjoerd legt uit dat ze op de uitslagen altijd goed kunnen zien wat er gebeurt met het aanwezige suiker in de kuil. Of dat is omgezet in melkzuur. De indexen geven hen een indicatie wat ze kunnen verwachten van de kuil als het seizoen vordert. Ze gebruiken het ook om het rantsoen goed af te stemmen qua mineralen en sporenelementen. Aanvullingen in het rantsoen kunnen dan op maat gemaakt worden waarbij grondstoffen uit de EU komen. 

Eurofins Agro heeft het in het kader van de samenwerking met de Dairy Academy van Royal A-ware voor het eerst workshops gegeven. Hoe maken jullie gebruik van de Dairy Academy?

“Wij volgen regelmatig workshops”, vertelt Antsje. “Je krijgt voor het volgen van workshops punten die meetellen in A-ware Duurzaam. Zo wordt je gestimuleerd om te investeren in duurzaamheid en je kennis daarvan.”

De Dairy Academy is ook bij de Minnema's op het erf geweest tijdens de georganiseerde bedrijvencarrousel. Antsje geeft aan dat ze zelf ook bij anderen op bezoek gaan omdat ze daar veel leren van andermans aanpak. “En je komt ook eens van je eigen erf af,” vult Sjoerd lachend aan. 

Wat zijn voor jullie uitdagingen in de toekomst?

De laatste tijd is vooral het weer steeds meer een uitdaging, aldus Antsje. Sjoerd vult aan: “De afgelopen jaren is het vaak droog geweest en hebben we veel water op diverse percelen moeten pompen. We hebben op een gegeven moment maar een bevloeiingspomp aangeschaft om met die omstandigheden om te kunnen gaan. Dit jaar is het weer precies andersom en hebben we in mei de koeien binnengehouden omdat het te nat was. Dan zit je weer met het beweiden, dat het gras dan weer wat te lang is geworden.”

Beide geven aan dat ze overwegen om het stalseizoen naar voren te halen. Het grasseizoen is de laatste jaren langer geworden. Ook in het najaar wordt nog veel gras binnengehaald en ingekuild. Ze overwegen om het najaarsgras niet langer te kuilen maar vers te voeren in de stal. “Voor het hek vreten ze het beter dan in de wei,” besluit Sjoerd.