Het ideale tijdstip voor monstername BijmestMonitor

17 juni 2021 - Akkerbouw - Veehouderij

Dit jaar kenmerkt zich door bijzondere omstandigheden. Een koud en nat voorjaar wordt gevolgd door hoge temperaturen. De opkomst is vaak wat later en de gewassen groeien nu erg snel. Het is zaak om een vinger aan de pols te houden. Zijn er voldoende nutriënten beschikbaar zijn? En kan het gewas deze opnemen? Nu is het moment om dit te checken!

Alhoewel de zomer al lijkt te zijn aangebroken, was het voorjaar wat kouder en natter dan andere jaren. Met name door de lagere temperaturen is de opkomstdatum van veel gewassen vertraagd en kwam de mineralisatie in de bodem langzaam op gang. Ondertussen is de groei in volle gang en kunnen gewassen bij de hoge temperaturen van de afgelopen dagen, bij voldoende vocht, veel nutriënten in korte tijd opnemen.

Bij zo’n vlotte groei is het zaak om erop te letten of het gewas over voldoende nutriënten kan blijven beschikken en zo ja, of het genoeg kan opnemen. Onderzoek geeft dan duidelijkheid. Maar wat is het ideale tijdstip omte starten met bijmestonderzoek?

Combinatie bodem- en gewasanalyse

BijmestMonitor combineert een bodem- en gewasanalyse. Dat geeft inzicht in de beschikbaarheid van nutriënten én in de opname door het gewas. Soms zijn nutriënten namelijk wel voldoende aanwezig in de bodem, maar is de opname onvoldoende.

De combinatie van een bodem- en gewasonderzoek geeft extra informatie over welke nutriënten de zwakste schakel zijn en of er sprake is van bijvoorbeeld verdringing bij de opname. Eurofins Agro heeft afgelopen jaar het bijmestonderzoek uitgebreid met een aantal sporenelementen, de pH en de EC. Het aantal aanvragen voor bijmestonderzoek in bijvoorbeeld mais en grasland is de laatste jaren gestegen.

Ras en teelttype

BijmestMonitor geeft een bijmestadvies voor zo’n 250 gewassen en rassen. Gewassen waarvan de gewasbehoefte is vastgesteld op rasniveau zijn onder andere consumptie-, poot- en zetmeelaardappel, appel, peer, graszaad en spruitkool. Voor een reeks andere gewassen wordt onderscheid gemaakt in eerstejaars en meerjarig, vroege of late zaai, laag-, midden- of hoogbehoeftig, onderstammenteelt enz.  Wanneer er een specifiek ras of teelttype beschikbaar is voor je gewas, geef deze door aan de monsternemer als deze komt voor een bemonstering of vul deze in op het formulier van de zelftest-kit. 

Opkomstdatum doorgeven

Naast de informatie over het ras en teelttype is ook de opkomstdatum van belang voor een optimaal advies. BijmestMonitor en BodemCheck  gaan namelijk uit van een specifieke groeicurve per gewas of ras vanaf een bepaalde opkomstdatum. Aan de hand van deze groeicurve wordt het advies voor de komende vier weken en tot het einde van de teelt bepaald.

Nu de opkomstdatum voor een aantal gewassen afwijkt van andere jaren kan met het doorgeven van deze informatie het advies nog verder op maat worden afgesteld. Bij korte teelten en gewassen waarvan meerdere teelten per seizoen geteeld worden is de opgave van de opkomstdatum altijd noodzakelijk.

Nieuw! Advies op basis van eigen opbrengst

Nieuw is dat vanaf eind juni 2021 telers hun eigen verwachte opbrengst kunnen doorgeven. Hiermee wordt de gewasbehoefte naar boven of naar beneden aangepast. De gewasbehoefte staat centraal in het bemestingsadvies van BijmestMonitor en BodemCheck. Het bemestingsadvies gaat standaard uit van de gemiddelde opbrengst in Nederland. Veel telers halen echter hogere of lagere opbrengsten dan het gemiddelde. Door met de bedrijfs- of perceelsspecifieke opbrengst te rekenen, kan er een optimaal advies worden gegeven.

Lees verder over verwachte opbrengst >

Monstername

Een BijmestMonitor monster kan vanaf twee weken na de opkomstdatum worden genomen. Het ideale tijdstip hangt echter af van het gewas. In onderstaande tabel zie je wanneer en welke plantdelen het beste bemonsterd kunnen worden. Een aantal gewassen, zoals mais, kent meerdere fases die geschikt zijn om te monitoren door het groeiseizoen heen. Je kan ervoor kiezen om op meerdere opeenvolgende momenten monsters te nemen om zo de vinger aan de pols te houden. Monstername op één tijdstip is ook mogelijk. Zorg dat er voldoende tijd verstreken is tussen bemesting en bemonstering (6 weken). Voor grasland kan het maaisel gedurende de zomer worden ingestuurd voor bijmestonderzoek.

GPS-koppeling voor perceelspecifieke nalevering

Je kan zelf een monster nemen met behulp van de zelftest-kit. Echter, als de monstername door Eurofins Agro wordt uitgevoerd, wordt de monstername locatie met GPS vastgelegd. Eurofins Agro kan dan doordat de locatie bekend is, perceelspecifieke bodemeigenschappen en nutriëntennalevering uit een ouder grondmonster van dezelfde locatie gebruiken voor het berekenen van een advies op maat. Wanneer er geen bodemanalyse beschikbaar is, of er vindt geen koppeling plaats, wordt er gebruik gemaakt van -gemiddelden per grondsoort.

Tabel 1: Informatie over het tijdstip van monstername en te bemonsteren plantdelen van een selectie aan gewassen.

GEWAS

WANNEER BEMONSTEREN

WAT BEMONSTEREN? 

Aardbeien

Zomer

20 meest recent volgroeide bladeren

Appels, peren, kersen en blauwe bes

Zomer

50 meest recent volgroeide bladeren

Asperge

- Vroege zomer
- Midden/late zomer

10-12 bladeren vanaf 15 cm uitgroei

Consumptie-, poot- en zetmeel-aardappel

Fase II: Plant 30 cm hoog
Fase III: knolzetting
Fase IV: eerste bloei
Fase V: begin afrijping

25 samengestelde bladeren incl. bladsteel; 1e volgroeide bladetage van boven

Knolselderij

Volgroeide plant (niet bloeiend)

15 meest recent volgroeide bladeren

Lelie

Jonge plant
Voor knop/bloemzetting (zwelling)

25 meest recent volgroeide bladeren

Snijmais, CornCobMix (CCM), Maiskolvensilage (MKS)
  1. Plant <30cm hoog
  2. 30-50cm hoge planten
  3. Stengelstrekking fase 
  4. kolfzetting fase
  5. Korrelvulling fase 
  6. Volledige pluim tot verschijnen kwast

 

  1. 15 gehele toppen
  2. 15 gehele toppen
  3. 12 bladeren van basis kolf aanzetting
  4. 12 bladeren van basis kolf aanzetting
  5. 8-12 uitgerolde bladeren (5e blad vanaf top)
  6. 8-12 uitgerolde bladeren (5e blad vanaf top)

Spinazie

25-30 dagen na opkomst
- volgroeide plantjes

20 meest recent volgroeide bladeren

Suikerbieten

50-80 dagen na planten (juni/juli)

25 meest recent volgroeide bladeren

Tarwe, rogge, gerst en triticale

Begin stengelstrekking (feekes 6)
 Einde stengelstrekking (feekes 10)

25 x bovengrondse biomassa

Tulpen

Zomer

25 meest recent volgroeide bladeren

Zaai-, zilver- en plantuien

1/3e van groeiseizoen
1/3e tot 1/2e van groeiseizoen
Vanaf 1/2e groeiseizoen

12-15 stuks gehele top plant (alleen groene delen)

Op onze website is een monsternamelijst beschikbaar met een groter aantal gewassen.

Meer weten?

Bekijk de inleiding van Petra van Vliet tijdens het webinar 'BijmestMonitor als beslissingstool'   op 18 mei 2021.

Of kijk op  BijmestMonitor

Bestel BijmestMonitor