Sturen op beter eiwit met stikstof en zwavel

29 september 2021 - Veehouderij

Hoe kan je het eiwit in gras verbeteren met efficiëntere bemesting? Die vraag staat centraal in een driejarig project van Eurofins Agro en Agrifirm. De eerste resultaten geven nieuw inzicht in de beschikbaarheid, opname en bodemtemperatuur. Het onderzoek loopt tot 2022.

“De hoeveelheid stikstof en zwavel die gras kan opnemen uit de bodem, bepaalt de kwaliteit van het eiwit in gras. We willen daarom meer inzicht in de beschikbaarheid en de opname van deze nutriënten op verschillende grondsoorten onder verschillende omstandigheden.” Dat stelt Leo Tjoonk, teamleider Ruwvoer bij Agrifirm.

Tjoonk vertelt over het project ‘Sturen vanuit de bodem’, dat Agrifirm samen met Eurofins Agro uitvoert. “Als stikstof en zwavel onvoldoende beschikbaar zijn, bijvoorbeeld in het voorjaar, is het zaak om dat te weten. Dan kan je immers de bemesting aan passen en de teelt verder optimaliseren. Dat leidt uiteindelijk tot een betere kuilkwaliteit.”

“En dat niet alleen,” stelt hij. “Er is meer winst te halen met betere beschikbaarheid van stikstof en zwavel. Als de kwaliteit van eiwit van eigen land beter is, kan er op de inkoop van (eiwitrijk) krachtvoer worden bespaard.”

Agrifirm is in 2020 een onderzoek gestart samen met Eurofins Agro om meer te weten te komen over de relatie tussen de gehaltes beschikbare stikstof (N) en zwavel (S) in de bodem en de opname daarvan door het gras. Bij tien melkveehouders in verschillende regio’s worden monsters genomen van grond, vers gras, kuil en mest. De resultaten uit de verschillende analyses worden gekoppeld om zo inzicht te krijgen in de onderlinge relaties.

Stikstof en zwavel zijn belangrijke bouwstenen voor eiwit in gras. Gras neemt deze nutriënten op uit de bodem. De beschikbaarheid in de bodem en de nalevering bepalen hoeveel het gras kan opnemen. De opgenomen hoeveelheid stikstof en zwavel speelt een belangrijke rol bij de opbouw van aminozuren. En omdat aminozuren de bouwstenen zijn van eiwit wordt zo vervolgens de kwaliteit van het eiwit in het gras en de voederwaarde van de kuil bepaald.


Sturen op bemesting

Tjoonk: “We weten hoe het proces werkt. Maar hoe de onderlinge relaties precies zijn en met name, wat de invloed is van de grondsoort, bodemtemperatuur en neerslag op de opname? Daarover weten we nog maar heel weinig. Als we hier meer zicht op krijgen, kunnen we onze adviezen aanpassen en via bemesting de grasopbrengst optimaliseren. We doen nu een groot aantal metingen en al deze data gaan we koppelen. Behalve dat we grondanalyses doen, volgen we ook zaken als temperatuur en neerslag.”

“Dit onderzoek gaat nieuwe kennis opleveren over hoe het werkt met stikstof en zwavel. Nu al hebben we leuke resultaten. Zo vinden we een duidelijke relatie tussen stikstofopname, mineralisatie en bodemtemperatuur. De lagere temperaturen van deze zomer zijn direct terug te zien in de lagere beschikbaarheid van stikstof en zwavel. En vervolgens ook in de stikstof en zwavelopname door het gras.”

Figuur 1: N-beschikbaarheid en bodemtemperatuur. Bron: Eurofins Agro

De bepalingen

In het project de volgende Eurofins Agro onderzoeken uitgevoerd:

Ook een totaalbeeld van N en S op uw bedrijf?