Verstopte druppelaars tijdens teelt

Verstopte druppelaars tijdens teelt

19 juni 2018 - Expertartikel

Voor een nauwkeurige waterafgifte en voldoende zuurstof in het water moeten druppelaars en druppelleidingen schoon blijven. Tijdens de teelt kunnen verstoppingen ontstaan door neerslag van zouten of door organische vervuiling. Laat een watermonster analyseren als u twijfelt aan de kwaliteit van het uitgangswater. Voorkomen is beter dan genezen.

Eurofins Agro kan de neerslag in druppelaars analyseren. “Uit de analyse van de samenstelling van verstoppingen van druppelaars blijkt vaak dat de neerslag uit een combinatie van organische en anorganisch bestanddelen bestaat”, vertelt René Krikke, specialist bemesting bij Eurofins Agro. “Organische stof, ijzer, calcium en fosfaat zijn vaak de hoofdbestanddelen van de verstopping. Bij Eurofins Agro onderzoeken wij de neerslag op organische stof, onopgeloste delen en hoofd- en spoorelementen. Dit onderzoek duurt maximaal zes werkdagen en geeft inzicht in de oorzaak van de verstopping en wat er tegen te doen is."

Hoe ontstaan verstoppingen?

Tijdens de teelt kunnen zouten neerslaan door een reactie tussen de verschillende elementen, aldus Krikke. “Het gaat dan om verschillende elementen uit meststoffen die met elkaar reageren, bijvoorbeeld calcium en sulfaat. Ook kleideeltjes kunnen neerslaan in de druppelaars en druppelleidingen. Daarnaast kunnen verschillende soorten gisten, bacteriën en schimmels een biofilm vormen. Zij overleven in de druppelaars en druppelleidingen door de aanwezigheid van methaan, H2S, Fe, NH4, koolstof en chelaten. Trrouwens, ook stoffen met organische koolstof, zoals mierenzuur en azijnzuur, verhogen de kans op bacterie- en schimmelgroei."

“Zeker als er wordt gerecirculeerd kan dit problemen geven,” waarschuwt de bemestingspecialist. Uit analyses van de microbiologische samenstelling van verstoppingen is gebleken dat in de neerslag bovendien vaak Trichoderma wordt gevonden, als gevolg van onder andere methaan in het water. Methaan is vaak aanwezig in bronwater en osmosewater. Hoe zijn druppelaars en druppelleidingen schoon te houden? Krikke geeft een aantal tips:

1. Voorkom neerslag met calcium tijdens de teelt door de pH in de druppeloplossing niet boven de 6,2 te laten uitkomen. Voeg een deel van de fosfaat in de voedingsoplossing toe in de vorm van polyfosfaat.

2. Houdt er rekening mee dat het ene type druppelaar gevoeliger is voor verstopping dan het andere type. Labyrinthdruppelaars zijn minder gevoelig voor verstopping dan bijvoorbeeld capillairen. Drukgecompenserende labyrinthdruppelaars zijn weer minder gevoelig dan normale labyrinthdruppelaars.
Gebruik tijdens de teelt lage concentraties waterstofperoxide. Doseer dit apart en niet in combinatie met (ijzer)chelaat, omdat waterstofperoxide het chelaat beschadigt.

3. Maak bij de teeltwisseling of aan het einde van de teelt de druppelaars en druppelleidingen schoon met zwaardere middelen. Salpeterzuur bijt als het ware de anorganische bestanddelen weg en doodt algen, bacteriën en schimmels. Chloorbleekloog verwijdert de organische bestanddelen. Worden zowel salpeterzuur als chloorbleekloog ingezet dan spoel dan tussendoor met schoon water om een reactie tussen zuur en loog te voorkomen. Salpeterzuur en chloorbleekloog kunnen niet toegepast worden in zelfsluitende druppelsystemen waarin druppelaars met rubber membranen verwerkt zijn. 

4. Let er op dat membranen kunnen worden aangetast waardoor afgifteverschillen kunnen ontstaan. Toepassing van zwaardere middelen kunnen er toe leiden dat de binnenkant van het druppelsysteem ruwer wordt en daarmee vatbaarder voor hernieuwde verstopping. 

Wanneer ijzer, mangaan, methaan uit bronwater verwijderen?

Door bronwater te filteren, te ontijzeren of te ontmanganen worden minerale deeltjes, ijzer, mangaan en silicium verwijderd.  "Met ijzergehaltes tot 100 micromol/l kan redelijk worden gewerkt. Bij gebruik van druppelbevloeiing treedt gemakkelijk vervuiling op van het druppelsysteem door uitvlokking van ijzer. Het ijzergehalte zou dan het liefst 0 moeten zijn en zeker minder dan 10 micromol/l," aldus Krikke. "Als er relatief veel organische stof in het water aanwezig is, zijn gehalten van 10-20 micromol/l nog toelaatbaar. Het ijzer vlokt dan moeilijk uit. Worden er hoge eisen gesteld aan het gietwater voor wat betreft bladvervuiling (potplanten, sierheesters) dan mag het ijzergehalte maximaal 50 micromol/l zijn. Mangaan slaat gemakkelijk neer bij hoge pH en moeilijk bij lage pH. Voor de teelt op substraat mag het mangaangehalte maximaal 10 micromol/l zijn."

Methaan is moeilijk aantoonbaar in bassin-, bron- en drainwater omdat het erg vluchtig is. Krikke: "Watermonsters voor een methaanbepaling moeten daarom in speciaal daarvoor ontwikkelde monsterflesjes worden aangeleverd, met een screwcap of septum. Onderzoek naar methaan duurt maximaal zes werkdagen." Methaan is te verwijderen door het bronwater, drainwater te beluchten. Daarvoor zijn verschillende blowers en (bassin)beluchters op de markt. Tijdens beluchten wordt de koolstof omgezet naar CO2 en ontwijkt. H2S en NH4-concentraties worden zo ook verlaagd en ijzer slaat neer. In de mestbakken mag de methaan-concentratie niet hoger zijn dan 0,11 g/l; in de druppeloplossing niet hoger dan 0,08 g/l. 

Laat een watermonster analyseren als u twijfelt aan de kwaliteit van het uitgangswater. Problemen met ongelijke waterafgifte kunnen daarmee mogelijk worden voorkomen. Meer weten? Neem contact op met horti@eurofins.com