Pas op met natriumrijk water

28 mei 2020 - Akkerbouw

In de kustgebieden en polders treedt verzilting op door de droogte. Hoge natriumgehaltes in de bodem zijn het gevolg. Pas op bij beregenen dat er niet te veel natrium in het water zit. Door de droogte en het lage waterpeil kan de concentratie natrium in het oppervlaktewater hoger zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat dit leidt tot verdere ophoping in de bodem.

Het westen en noorden van Nederland hebben te maken met verzilting. Verzilting is het gevolg van indringend zeewater (externe verzilting) of zout kwelwater dat aan de oppervlakte komt (interne verzilting). Het gevolg is dat het oppervlaktewater vooral in laaggelegen gebieden verzilt. Dit speelt bijvoorbeeld sterk in bepaalde gebieden in Zeeland (Figuur 1). 

Beregenen met te zout water geeft een extra risico voor het gewas. Natrium wordt gemakkelijk opgenomen door het gewas en kan bij ophoping verbranding veroorzaken van blad en haarwortels. In de bodem verdringt natrium andere kationen, waardoor deze minder beschikbaar zijn voor de planten. Daarnaast heeft natrium een nadelig effect op de bodemstructuur. Het toxische effect van natrium verschilt per gewas. Zo zijn bijvoorbeeld bloembollen zoutgevoelig, terwijl suikerbieten een stuk toleranter zijn.

Figuur 1: Verzilting Zeeuwse bodems. Bron: Eurofins Agro 2019

Ophoping natrium

In 2020 is binnen de monitoringspercelen van Eurofins Agro nagegaan welke relaties betaan tussen het beregeningswater en de gehaltes in de bodem met betrekking tot natrium. De percelen zijn volop beregend. Per keer wordt niet meer dan 15 mm water gegeven. Zo wordt er gezorgd voor voldoende water in de bovenste laag van de grond, daar waar de wortels het water op kunnen nemen.

Beide percelen zijn vergelijkbaar qua bodemvruchtbaarheid, organische stof (>3%) en pH (>7). Alleen het klei-humus complex is wel iets groter op perceel 1 (>200 mmol+/kg) dan op perceel 2 (<200 mmol+/kg). Van beide percelen is de grond gemeten via BodemCheck en BemestingsWijzer. Het beregeningswater is onderzocht via BeregeningswaterCheck.

De aangevoerde hoeveelheid natrium vertoonde flinke verschillen. Op perceel 1 bevatte het beregeningswater ruim zeven maal zoveel natrium dan op perceel 2. De grotere aanvoer van natrium zorgt voor een forse toename van het plantbeschikbare natrium in perceel 1:  bijna 300 kg natrium meer in mei ten opzichte van januari. Op perceel 2 was de toename van natrium veel minder (Figuur  2). Met een BodemCheck is tijdens het groeiseizoen ook gekeken naar het direct beschikbare natrium dat aanwezig is in het bodemvocht. Op perceel 1 is het direct beschikbare natrium zo hoog dat dit zou kunnen leiden tot zoutschade aan het gewas en groeiremming.

Figuur 2. Natriumophoping in de bodem bij (te) zout beregeningswater. Bron: Eurofins Agro 2020

Maatregelen

Beregenen met water met een te hoog natriumgehalte is af te raden. Niet alleen voor potentiële schade voor de huidige teelt, maar ook voor de gevolgen van ophoping van natrium in de bodem voor de volgende teelten.

Rijkswaterstaat neemt maatregelen om verzilting tegen te gaan, zoals het doorspoelen van sloten en ander oppervlaktewater met zoet water. Het vasthouden van water is ook een belangrijke maatregel om watertekorten en hiermee gelijktijdig verzilting te bestrijden. Ook lokale perceelmaatregelen (kwelreductie) worden ingezet om verzilting tegen te gaan.

Telers worden aangemoedigd om zelfvoorzienend te worden in de zoetwaterbehoefte. In de glastuinbouw gebeurt dit al. Veel tuinders vangen hun eigen regenwater op in bassins, maar er wordt bijvoorbeeld ook omgekeerde osmose toegepast om brak (grond)water geschikt te maken voor gebruik.

Ook bij het kiezen van een meststof is het zaak om rekening te houden met het natriumgehalte in de bodem. Het uitgebreide grondonderzoek BemestingsWijzer vermeldt het natriumgehalte op het verslag.

Meer weten?

Neem contact op met klantenservice.agro@eurofins.com of bel 088 876 1010

Bestel

BeregeningswaterCheck 
BodemCheck