Meer parameters in grondonderzoek loont
9 december 2021 - Akkerbouw
Nieuwe technieken maken uitgebreid grondonderzoek voor de praktijk haalbaar en betaalbaar. Een recent grootschalig onderzoek in Duitsland toont aan dat meer parameters verdere teeltoptimalisatie mogelijk maakt. “De grote hoeveelheid data maakt dit een uniek onderzoek,” zegt Arjan Reijneveld, International Product Manager Soil bij Eurofins Agro.
Dankzij het introduceren van nieuwe technieken, zoals NIR, is het in de afgelopen decennia mogelijk geworden veel bodemkengetallen snel en relatief goedkoop te meten. Met al deze kengetallen is het niet alleen mogelijk om inzicht te krijgen in bodemgezondheid, bodemvruchtbaarheid en de hoeveelheid koolstofopslag in de bodem, ook helpen deze kengetallen bij het optimaliseren van de teelt.
Routinematig grondonderzoek bestaat in veel landen uit slechts een beperkt aantal kengetallen. In Duitsland zijn P-CAL, K-CAL, Mg-CaCl2, en pH de gangbare bepalingen in het grondonderzoek. Het standaardgrondonderzoek in BemestingsWijzer van Eurofins Agro bestaat daarentegen uit meer dan twintig parameters. Deze parameters geven samen een compleet beeld van essentiële nutriënten, bodemfysische kengetallen, biologische kengetallen en organische koolstof.
Een terugkerende vraag is, leveren al die extra kengetallen ook wat op? Uit een recent onderzoek in Duitsland samen met Thomasdünger (later Arbeitsgemeinschaft Hüttenkalk EV) komt een duidelijk beeld naar voren.
Het onderzoek
In de studie is gebruik gemaakt van een grote hoeveelheid data uit Duitse veldproeven van de afgelopen twintig jaar. De grondmonsters van deze proefvelden zijn opnieuw geanalyseerd op de vier Duitse kengetallen en daarnaast op twintig parameters met BemestingsWijzer. De gewassen in de studie waren aardappel, suikerbiet, winterrogge, wintertarwe, zomergerst, koolzaad, wintergerst, gemengde tarwe en luzerne. Data van bemestingsmanagement, neerslag, opbrengst, locatie, perceel én opbrengst waren beschikbaar.
Uit de analyse bleek dat met beperkt onderzoek (vier kengetallen) de verschillen in opbrengst met gemiddeld 43% zijn te verklaren, terwijl BemestingsWijzer dit 72% was. Als regenval en bemestingsgiften werden meegenomen, bleek dat de voorspelling van de verwachte opbrengst nog beter; 65% in het geval van het routineonderzoek en meer dan 80% bij BemestingsWijzer.
Als de bodems werden onderverdeeld in ‘hoge’ en ‘lage’ bodemvruchtbaarheid blijkt de gemiddelde opbrengst op de gronden waar de bodemvruchtbaarheid hoger is (deels van nature, deels door management) duidelijk (significant) hoger. Neem bijvoorbeeld aardappel. Bodems met een hogere vruchtbaarheid gaven in dit onderzoek gemiddeld meer dan 15 ton hogere productie per hectare per jaar.
Meer parameters loont
Onderzoeker Arjan Reijneveld zegt: “Dit onderzoek in Duitsland was uniek omdat we gebruik konden maken van grote hoeveelheden data. Zowel bodemkengetallen als klimaat- en opbrengstgegevens waren beschikbaar.”
“Het combineren van twintig bodemchemische, fysische en biologische kenmerken resulteerde in betere opbrengstvoorspellingen dan mogelijk was op basis van vier parameters. Deze kengetallen kan een boer/teler en specialist benutten om te sturen. Sommige strategieën zullen direct lonend zijn (jaarniveau) en zullen andere meer tijd vergen (rotatieniveau of langer). Het verhogen van de effectieve CEC door het verbeteren van de pH-waarde is bijvoorbeeld relatief snel gerealiseerd. Daarbij neemt de uitwisselingscapaciteit van K en Mg toe en heeft het gewas meer nutriënten tot z’n beschikking. Andere investeringen in bijvoorbeeld de bodemstructuur en het organischestofgehalte kosten uiteraard meer tijd.