Samen logica ontwikkelen voor minder residuen in de sierteelt
19 mei 2025 - Glastuinbouw
De aandacht voor residuen op sierteeltgewassen en in potgrond groeit. Door systematisch te meten, ontstaat grip op wat er speelt. Eurofins ondersteunt telers met betrouwbare analyses, praktisch advies en het ontwikkelen van risicoanalyses op maat.
De afgelopen maanden was er in de media veel aandacht voor residuen op sierteeltgewassen en in potgronden. “Wij krijgen daarover veel vragen en voeren volop tests uit,” zegt Alexander van de Bilt, business developer bij Eurofins Food & Feed Testing in Graauw. “De centrale vraag bij een testuitslag is vaak: waar kijken we eigenlijk naar en wat betekenen die cijfers? Voor sierteelt en potgrond bestaan immers geen wettelijke normen, zoals bij groenten en fruit, om de waardes tegen af te zetten.”
Eurofins Food & Feed is onderdeel van het internationale Eurofins-netwerk, waarin ook Eurofins Agro in Wageningen actief is. Beide divisies werken nauw samen op het gebied van residu-analyses in agrarische producten.
“Monsters van bijvoorbeeld groenten, fruit of bloemen die in Wageningen binnenkomen, worden direct doorgestuurd naar Graauw, waar ze worden geanalyseerd met de modernste apparatuur,” vertelt Van de Bilt. “Daarnaast ontvangen we in Graauw ook rechtstreeks veel monsters van bedrijven, retailers of andere Eurofins-vestigingen, die in tal van landen wereldwijd actief zijn. Leuk om te vermelden: we zijn een van de grootste laboratoria voor residubepalingen in agrarische producten in Europa!”
800 stoffen, van pesticiden tot plantenhormonen
Eurofins test op zo’n 800 verschillende stoffen, waaronder pesticiden, groeiregulatoren en plantenhormonen. “We analyseren monsters in allerlei matrixen: van relatief eenvoudige, zoals water en plantmateriaal, tot complexe materialen zoals potgrond,” legt Van de Bilt uit.
De meeste stoffen worden geanalyseerd via een zogenoemde multi-residu screening. Voor sommige stoffen, zoals glyfosaat, is een aparte single screening nodig. Deze methode is zeer specifiek en afgestemd op de chemische eigenschappen van deze stoffen, zodat de gewenste gevoeligheid wordt bereikt. “Onze lijst met stoffen en analysemethoden wordt continu bijgewerkt op basis van de nieuwste inzichten en technieken.”
Monsternemen is vakwerk
Volgens Van de Bilt begint alles bij een representatieve monstername. “Het nemen van monsters is specialistisch werk. Retailbedrijven hebben daar vaak eigen mensen voor, maar Eurofins beschikt ook over geaccrediteerde monsternemers die dit professioneel en volgens de geldende Europese richtlijnen kunnen uitvoeren. Daarbij moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met het soort product en het type analyse, én moet verontreiniging van het monster worden voorkomen.”
Logica en richtlijnen voor de sierteelt
Voor de sierteelt zijn nog geen gestandaardiseerde normen, maar Eurofins denkt graag mee over logica en oplossingen voor het risicomanagement van residuen in de sector. “We kunnen klanten onder andere ondersteunen bij het opstellen van protocollen en het samenstellen van positieve of negatieve lijsten van stoffen voor de sierteelt. Dit kan een belangrijk onderdeel zijn van een gezamenlijk ontwikkelde rationale,” zegt Van de Bilt.
“Er zijn veel manieren om het risico van residuen in de sierteelt te managen. Ik kan me heel goed voorstellen dat bedrijven hiermee aan de slag willen. Met onze expertise kunnen wij een waardevolle bijdrage leveren om dit systeem efficiënt en effectief op te zetten.”
Eerst meten, dan sturen
Zolang er echter nog geen vaste normen zijn voor residu in de sierteelt, water en potgrond, is meten de eerste stap. “Wie grip wil krijgen op het terugdringen van residuen, moet eerst inzicht hebben,” stelt Van de Bilt. “Dat begint met slim meten en monitoren. Alleen zo kunnen we bouwen aan een betrouwbare en praktische logica voor het verantwoord gebruik van middelen in de sierteeltsector – en aan vertrouwen in de keten, van kweker tot consument. Pas als je inzicht hebt in je eigen situatie, ben je een volwaardige gesprekspartner in de keten.”
Tot slot benadrukt Van de Bilt: “Minder pesticiden gebruiken is echt cruciaal voor de sector. De basis daarvoor ligt bij weerbare teeltsystemen, en een gezond bodemleven speelt daarin een centrale rol. In Wageningen zijn mijn collega’s volop bezig met onderzoek naar de gezondheid van de bodem en het bodemleven. Dat is ontzettend belangrijk als je meer wilt begrijpen over hoe planten of substraten weerbaarder kunnen worden tegen ziekteverwekkers. Samen met telers kunnen we zo werken aan een gezonde sierteelt!”