CNCPS als aanvulling op het VEM-systeem

CNCPS als aanvulling op het VEM-systeem

8 december 2023 - Veehouderij

De Nederlandse veehouderij werkt met het VEM-systeem voor de voederwaardering. Wereldwijd wordt echter vaak gebruik gemaakt van het Amerikaanse CNCPS-model. Dit model geeft meer inzicht in de pensfermentatie. Eurofins Agro biedt de mogelijkheid om de CNCPS-waarden op het analyseverslag weer te geven.

Het VEM-systeem is in Nederland het gebruikelijke systeem om voedermiddelen te beoordelen op de energiewaarde. VEM staat voor Voeder Eenheid Melk. Op basis van VEM wordt berekend hoeveel energie een koe nodig heeft voor onderhoud om melk te produceren en voor groei.

Gras(kuil), snijmaïs en andere voedermiddelen, waaronder bijproducten en droge grondstoffen, worden allemaal volgens het VEM-systeem gewaardeerd. De voederwaarde per kilo droge stof wordt vermenigvuldigd met de opname. En daarmee kan ingeschat worden of de koe voldoende energie krijgt voor groei en de beoogde melkproductie.

DVE en OEB

In de loop van de tijd is dit systeem verfijnd met het eiwitwaarderingsmodel op basis van DVE en OEB. DVE staat voor Darm Verteerbaar Eiwit en is de maat voor de hoeveelheid eiwit die beschikbaar is voor de melkproductie en melkeiwit. OEB betekent Onbestendig Eiwit Balans. Dit kengetal geeft aan hoeveel eiwit en energie er in de pens beschikbaar komt en of deze twee in balans zijn.

Het VEM-systeem is vooral in Nederland en België een gangbare methode. Andere landen kennen andere voederwaarderingssystemen. In principe worden vaak wel dezelfde basisparameters gemeten, zoals ruw eiwit, ruw vet, ruw as, ruwe celstof en suiker. De buitenlandse benadering is gebaseerd op de Weende Analyse. Vervolgens wordt de waardering dan vaak aangevuld met parameters van het Amerikaanse NDF-model (NDF, ADF en ADL), waarmee de celwandfracties worden gekarakteriseerd.

CNCPS-model

In Amerika en andere landen wordt gebruik gemaakt van het CNCPS-model. CNCPS staat voor het Cornell Net Carbohydrate and Protein System. Dit voederwaarderingssysteem is 40 jaar geleden ontwikkeld door de Cornell Universiteit in New York. Ook in Nederland krijgt dit model steeds meer aandacht. Dit leidt tot de vraag aan Eurofins Agro om de CNCPS-kengetallen weer te geven op het voederwaarderingsverslag. 

Verschil tussen VEM-benadering en CNCPS

Bob Fabri, International Product Manager bij Eurofins Agro, legt uit wat het verschil is tussen de twee voederwaardewaarderingssystemen: “Het CNCPS-model kijkt vooral naar de afbraaksnelheden in de pens. Pensbacteriën hebben namelijk koolhydraten en eiwitten nodig om microbieel eiwit te kunnen maken voor de melkproductie en de vorming van melkeiwit. Bij het VEM-model zijn de koolhydraten inzichtelijk met het kengetal FOS, wat Fermenteerbare Organische Stof betekent. De OEB wordt gebruikt om te beoordelen of de pensbacteriën voldoende eiwit ter beschikking hebben. Het CNCPS-model splitst deze koolhydraten en penseiwitten in verschillende fracties, op basis van verteringssnelheid. Koolhydraten en eiwitten zullen namelijk tegelijk beschikbaar moeten zijn voor een optimale groei van de pensbacteriën.

Als praktisch voorbeeld noemt Fabri de bekende grondstoffen tarwe en gerst. “Tarwe en gerst bevatten beide veel koolhydraten voor de pens. Tarwe is alleen veel sneller verteerbaar dan gerst. Daarmee kun je de totale verteringsnelheid in de koe beïnvloeden. Het is dan wel goed om rekening te houden dat ook het penseiwit op het juiste moment beschikbaar is. Het CNCPS-model geeft hier een inschatting van.

NDF-vertering en aminozuurpatroon

Het CNCPS-model is vooral gebaseerd op verteerbaarheid van de NDF-fracties. Op het analyseverslag wordt aangegeven hoeveel NDF-verteerbaar is en in welke tijd de NDF-fracties door de pensbacteriën worden afgebroken. De snelste fractie is binnen 12 uur de pens gepasseerd. Het langzame deel kan wel tot meer dan 30 uur in de pens verblijven.

Bij de eiwitwaardering binnen het CNCPS-model wordt ook gekeken naar het aminozurenpatroon. Fabri: „Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. De pensbacteriën zijn in staat om eiwitten met een onvolledig aminozuurpatroon om te zetten naar melkeiwit. Maar het is wel zo dat voedermiddelen met een aminozuurpatroon die het dichtst lijkt op het aminozuurpatroon van melkeiwit, ook beter benut worden door de koe.”

Praktijk kan met VEM uit de voeten

Het Nederlandse VEM-systeem is in de meeste gevallen toereikend voor de rantsoenoptimalisatie en wordt ook gebruikt voor de Kringloopwijzer. Wanneer er meer informatie gevraagd wordt om de penswerking te voorspellen, kan Eurofins Agro dit leveren door de parameters van het CNCPS-model aan het voederwaardeanalyse toe te voegen. Dit is dan ter aanvulling van het VEM-systeem. Om de CNCPS-parameters goed te kunnen duiden, is wel specialistische kennis nodig.  

Bestel