Najaarskuilen: hoger nitraat, lagere sporenelementen

30 november 2020 - Veehouderij

De najaarskuilen van 2020 kenmerken zich door lagere gehaltes aan mineralen en spoorelementen en hogere nitraatcijfers. De gehaltes kobalt, seleen (selenium) en ijzer zijn dit jaar lager. Oorzaak kan liggen in de bemestingswijze. De hogere nitraatcijfers komen door de hoeveelheid stikstof die vrijgekomen is in het najaar.

Lagere mineralen- en sporenelementengehaltes

De gehaltes van ijzer, kobalt en seleen zijn lager dan voorgaande jaren. IJzer zit dit jaar op 404 mg /kg ds, kobalt op 122  en seleen op 95 microgram/ kg ds. IJzer is op het laagste niveau van de afgelopen jaren. Vorig jaar was het gehalte nog 664mg/ kg ds. De lagere gehaltes leveren op dit moment nog geen problemen op.

Bemesting

Een mogelijke verklaring voor de lagere gehaltes sporenelementen is te vinden in de graslandbemesting. Als de bemestingsruimte voortijdig is opgebruikt kan dat betekenen dat voor het najaarsgras te weinig overblijft. De bemestingsruimte dusdanig indelen dat ook het najaarsgras goed bemest is, is dan ook het advies. Een andere verklaring kan liggen in de keuze om wel of niet extra seleen en kobalt toe te voegen aan de zwavelbemesting. Door deze toevoeging wordt onder andere het verdringende effect van zwavel op seleen tegengegaan.

Veel nitraat door stikstof

Wat opvalt is dat 16% van de najaarskuilen boven de 5 gram/ kg ds nitraat (NO3-) zitten, de grens waarop voorzichtigheid geboden is. Het gemiddelde is 3,4 gram. De mineralisatie en daarbij vrijgekomen stikstof in het najaar was dusdanig overdadig dat het gras de stikstof niet goed om kon zetten in een voor de koe bruikbaar eiwit.

Een nitraatgehalte hoger dan 5 gram kan zorgen voor een minder smakelijke kuil, boven de 7 gram wordt een kuil gevaarlijk. De omzetting van nitraat naar nitriet in de pens zorgt voor vergiftigingsverschijnselen. Zo’n 3% van de najaarskuilen zit boven de 7 gram, voor de balen is dit zelfs 6%. Voor deze kuilen luidt het advies om ze dusdanig te verdunnen in het rantsoen dat ze geen problemen meer opleveren.    

Rantsoen goed afstemmen

Analyse van de kuil en het gemende rantsoen geven inzicht en handvatten om mee te werken. Samen met de voervoorlichter kan gekeken worden of en zo ja hoe het rantsoen bijgesteld moet worden. In het Voeding Extra en Voeding Compleet  pakket van het Voederwaarde-onderzoek worden mineralen en sporenelementen meegenomen in de kuilanalyse. Met RantsoenCheck kunt u, samen met de voervoorlichter, het berekende rantsoen analyseren om het mengsel te controleren en eventueel bij te stellen. 

Bestel Voederwaarde                                                                      Bestel RantsoenCheck

Vragen? Neem contact op met onze klantenservice via 088 876 1010 of klantenservice.agro@eurofins.com