pF-curve onmisbaar bij beregenen
22 april 2020 - Akkerbouw - Veehouderij
Op dit moment is het alweer een poosje extreem droog en veel telers overwegen om te beregenen. Voldoende vocht is vaak nodig om goed te kunnen zaaien of planten en essentieel voor de start van elk gewas. Op BemestingsWijzer staat de pF-curve van uw grond, een handig hulpmiddel om te bepalen hoeveel en waar te beregenen.
Na een nat begin van dit jaar is er sinds maart nauwelijks meer een drup regen gevallen. Het neerslagoverschot van februari en begin maart is dan ook inmiddels weer grotendeels te niet gedaan. Het KNMI meldt voor april een flink neerslagtekort en als het niet gaat regenen bestaat het risico dat 2020 het historisch droge jaar 1976 gaat benaderen.
Bron: KNMI, 22 april 2020
Watervasthoudend vermogen
Het ene perceel is gevoeliger voor uitdroging dan het andere. Op het verslag van BemestingsWijzer vermeldt Eurofins Agro de pF-curve van de grond. Deze curve geeft informatie over het watervasthoudend vermogen van de bodem. De curve vermeldt de volgende eigenschappen van de bodem:
- De veldcapaciteit. Dit is de hoeveelheid water die de bodem maximaal kan vasthouden.
- Het verwelkingspunt. Dit is het punt waarboven de grond het water zo sterk vasthoudt dat plantenwortels het water niet kunnen opnemen en het gewas verwelkt.
- Het aanvulpunt. Dit is het punt waarop het vocht in de bodem bij voorkeur moet worden aangevuld om er voor te zorgen dat het gewas over voldoende water kan beschikken.
De pF-curve van een zandgrond is heel steil en die van klei veel vlakker. Zandgrond houdt vocht veel minder goed vast van kleigrond of wel het volume water neemt snel af en de curve is steil. De capillaire zuigkracht tussen de zanddeeltjes is immers klein, terwijl de zwaartekracht sterk aan het water trekt.
Rekenvoorbeeld pF
Op basis van de pF-curve en het gewas dat u teelt is te bepalen hoeveel water er gegeven kan worden en met welk perceel te starten voor een optimale beregening.
Op de BemestingsWijzer wordt de maximale hoeveelheid water die het betreffende perceel vast kan houden weergegeven. Meer beregenen kan leiden tot afspoeling en uitspoeling en hiermee verlies van nutriënten. Ook wordt uitgerekend bij welk vochtgehalte het beste gestart kan worden met beregenen, en hoeveel mm er dan gegeven kan worden. Indien u een vochtmeter heeft kan ook het actuele vochtgehalte worden bepaald en met de pF-curve worden berekend hoeveel mm beregenen op dat moment zinvol is.
Met een vochtmeter en de pF-curve is als volgt de hoeveelheid water te berekenen:
- Stel, de actuele pF is 2,5. Op de x-as is af te lezen dat vochtvolume dan 41% is.
- Om de grond te bevochtigen zonder teveel te beregenen, moet niet meer water geven worden dan de bodem vast kan houden. Dit is de veldcapaciteit pF 2,0. Een pF van 2,0 komt in dit voorbeeld overeen met een vochtgehalte van 46%.
- Bij een bewortelbare laag van 250 mm betekent dit dat u (46% - 41%) x 250 mm = 13 mm kan beregenen om het bodemvocht weer aan te vullen tot het optimum.
- Als de bewortelbare laag 400 mm is, dan moet u daarvoor (46% - 41%) x 4000 mm = 20 mm beregenen.
Meer informatie is te vinden in de folder.