Voederwaarde van ‘nieuwe’ gewassen

Voederwaarde van ‘nieuwe’ gewassen

8 december 2023 - Veehouderij

Sorghum, voederbieten, luzerne en kruidenrijk gras winnen aan populariteit. Eurofins Agro analyseert ook de voederwaardes voor deze gewassen. Dit heeft zeker meerwaarde, gezien de variatie aan voederwaarde en mineralensamenstelling binnen deze gewassen. Daarbij kan het wel voorkomen dat de VEM wat tegenvalt. Dit terwijl de koeien er in de praktijk goed op produceren. Waar komt dit door? En hoe moet u hier als veehouder mee omgaan?

Gras en maïs zijn nog altijd de grootste gewassen in de melkveehouderij. Echter, de laatste jaren maken ook andere voedergewassen een opmars. Zo worden voederbieten gewaardeerd om de hoge opbrengstpotentie, biedt sorghum een alternatief voor maïs vanwege de hoge droogtetolerantie en zijn luzerne en kruidenrijk gras interessant als eiwitgewassen binnen het GLB-beleid.

Voederbieten en sorghum

De genoemde voedergewassen zijn heel divers qua eigenschappen. Zo zijn voederbieten en sorghum voornamelijk energiegewassen. Voederbieten zijn rijk aan energie, niet alleen uit suiker, maar ook uit pectines (makkelijk verteerbare celwanden). Dit stimuleert de melkproductie en de vet- en eiwitgehaltes in de melk. De variatie in voederwaarde bij voederbieten is niet heel groot. Het product bevat ruim 1.000 tot meer dan 1.100 VEM. Toch loont het om een voederwaarde-analyse te nemen van een partij voederbieten. Met name het aandeel ruw as kan behoorlijk invloed hebben op de kwaliteit en voederwaarde van de voederbieten.

Sorghum is een tropisch gewas dat op maïs lijkt, maar dan zonder kolf. In de pluim bevinden zich zaden waar zetmeel wordt gevormd. Sorghum is wereldwijd een groot gewas en kent een behoorlijke diversiteit aan soorten. Dit blijkt ook uit de grote variatie in voederwaarde. De voederwaarde varieert van nog geen 700 tot bijna 1.000 VEM per kilo droge stof. (bron: teeltbrochure Louis Bolk Instituut, maart 2023). De voederwaarde wordt vooral beïnvloed door het aandeel zetmeel en het relatief hoge aandeel lignine (houtstof).

Luzerne en kruidenrijk gras

Ook komt er meer en meer belangstelling voor de teelt van luzerne en kruidenrijk gras. Luzerne wordt wereldwijd veel wordt ingezet, vooral in gebieden met een droger klimaat. Luzerne wordt vaak (kunstmatig) gedroogd tot hooi. Maar luzerne kan ook prima ingekuild worden. Luzerne bevat een hoog aandeel ruw eiwit en veel ruwe celstof. De VEM ligt gemiddeld rond de 700 VEM per kilo droge stof.

Kruidenrijk gras is een verzamelnaam van een combinatie van grassen en kruiden. Vaak bestaan de kruiden uit klavers, aangevuld met kruiden als: smalle weegbree, cichorei, wilde peen, duizendblad en/of andere kruiden. Elke variatie aan kruiden heeft zijn specifieke eigenschappen en daarmee ook invloed op de nutriënten en dus de voederwaarde. Kruiden hebben met name ook een gunstige invloed op de samenstelling van mineralen en sporenelementen en daarmee op de gezondheid van de koe.

VEM valt tegen, wat nu?

Eurofins Agro krijgt regelmatig vragen over de betrouwbaarheid van de voederwaarde-analyse van deze ‘nieuwe’ gewassen. De VEM van met name sorghum, luzerne en kruidenrijk gras blijken nog wel eens tegen te vallen, terwijl in de praktijk de koeien er goed op produceren. Antoon Jacobs, Product Manager Forage bij Eurofins Agro, vertelt hoe dit komt. “De voederwaardeberekening op basis van VEM is ooit volgens een bepaald systeem ontwikkeld. Dit systeem was vooral gebaseerd op gras en snijmaïs. Met de opkomst van een aantal ‘nieuwe’ gewassen komt de voederwaarde in een ander licht te staan.”

Volgens Jacobs kloppen de geanalyseerde voederwaarden van deze gewassen feitelijk wel. Ondanks dat de VEM tegen kan vallen, hebben deze gewassen wel degelijk toegevoegde waarde. “Deze gewassen hebben zeker hun gunstige uitwerking op rantsoenen. Het kan zelfs voorkomen dat koeien er beter door gaan presteren. Zo hebben de producten vaak een gunstige invloed op de opname en de penswerking. Bij kruidenrijk gras is bekend dat de kruiden extra mineralen en sporenelementen bevatten. Dit heeft weer een positieve bijdrage op de gezondheid van de koeien.”

Invloed van ruw as op VEM

Er is nog een andere oorzaak die de voederwaarde op de analyse negatief kan beïnvloeden. Dit is het aandeel ruw as. Bij voederbieten kan een hoog aandeel ruw as door aanhangende gronddeeltjes leiden tot een lagere voederwaarde. Maar ruw as is niet alleen grond, stelt Jacobs: „Ook de mineralen en sporenelementen dragen bij aan het gehalte ruw as. Dit zien we heel duidelijk bij luzerne en kruidenrijk gras. In kruiden blijkt dat er tot wel 3,5 keer meer mineralen aanwezig is dan in enkelvoudig gras.”

Het advies van Jacobs is om bij ‘nieuwe’ gewassen niet blind te staren op VEM. “Kijk ook altijd naar de overige parameters, zoals de VCOS, celwanden, DVE en OEB. Bepaal je voerstrategie op de onderlinge verhouding tussen de parameters.”

Omdat kruidenrijk gras steeds meer onderdeel gaat worden van de rantsoenen, heeft Eurofins Agro een vuistregel opgesteld om de VEM te corrigeren voor het aandeel (extra) ruw as van kruidenrijk gras. Afhankelijk van de gemeten VCOS (%) moet de VEM per 10 gram extra ruw as met onderstaand aantal punten worden verhoogd:

VC-os (%) VEM-correctie/per 10g ruw as
70-75 11
75-80 12
80-85 13
>85 14

Tabel 1: VEM-correctie per 10 gram ruw as

  Voorjaar Zomer Najaar
Vers gras 90 100 115
Gras ingekuild 95 105 130

Tabel 2: Gemiddelde ruw as gehaltes (g/kg ds) van gangbaar gras

Rekenvoorbeeld

Kruidenrijk gras ingekuild (zomer) met een ruw as gehalte van 133 g/kg ds, een VCOS van 76,3% en een VEM van 894.

Dit ruwvoer valt in de categorie van VCOS 75-80 en heeft dus een VEM correctie van 12 per 10 g/kg (zie tabel 1).

Dit betekent dan het volgende:
Het extra ruw as is dat 133 – 105 (gemiddeld gangbaar gras zie tabel 2) = 28 (extra) ruw as.
Vervolgens dus 2,8 x 12 = 34 VEM correctie.
De VEM wordt dan 894 + 34 = 928 VEM.

 

Bestel