Vorm valplek en wortelontwikkeling geven info over aaltjes

Vorm valplek en wortelontwikkeling geven info over aaltjes

22 juni 2021 - Akkerbouw

De periode tussen de opkomst en het sluiten van gewas (mei-juli) is dé tijd om een aaltjesbesmetting op het spoor te komen. Let daarbij vooral op valplekken of plekken die achterblijven in groei. Ronde en onregelmatige plekken wijzen al snel op een aaltjesbesmetting. Ook de ontwikkeling van het wortelstelsel geeft inzicht.

“De eerste stap die je als boer of tuinder moet ondernemen in de beheersing van aaltjes is goed kijken tijdens de opkomst van het gewas.” Dat is een kwestie van opletten en weten waar je naar moet kijken, legt Natasja Poot, Productmanager Bodem bij Eurofins Agro, uit.  “Sommige valplekken zijn goed zichtbaar, maar vaak is een aaltjesbesmetting niet zichtbaar terwijl er wel degelijk schadelijke aaltjes in de bodem aanwezig zijn. Het is zonde dat de eerste symptomen van aaltjes vaak over het hoofd worden gezien of worden afgedaan als structuurschade.”

Vorm van de valplekken

Als er valplekken te zien zijn, is het eigenlijk te laat. Poot stelt: “Dan heb je al economische schade. Het is daarom de kunst om een aaltjesbesmetting in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren. Voor visuele signalering is de periode tussen mei en juli het meest geschikt. Dan zijn de valplekken het beste zichtbaar en is te zien of er achterstanden in de groei optreden. Wanneer een aardappelgewas bijvoorbeeld pleksgewijs net een paar dagen later sluit of in bloei schiet kan dit al op aardappelcystenaaltjes wijzen.”

“De vorm van de valplekken kunnen verschillen. In ieder geval worden hoekige vormen niet veroorzaakt door aaltjes. Die wijzen op een menselijke fout. Valplekken door aaltjes zijn meestal ovaal of onregelmatig. Is er sprake van een opkomstprobleem? Dan is de kans groot dat het om vrijlevende wortelaaltjes (Trichodoriden) gaat. Ook onregelmatige valplekken met afwisselend gezonde en zwakke planten wijzen op vrijlevende wortelaaltjes. Een regelmatig gevormde plek kan wijzen op de aanwezigheid van cystenaaltjes of wortellesieaaltjes.”

Bestudeer wortelstelsel

Om meer te weten te komen is het goed om ook de wortels te bestuderen. “Dat is stap twee”, vertelt Poot. “Graaf de plant voorzichtig uit met een schop zonder het wortelstelsel te beschadigen. Juist de beschadigde breekbare wortels geven de meeste informatie. Zietje een bossig wortelstelsel of veel vertakkingen, dan wijst dit op vrijlevende wortelaaltjes of wortelknobbelaaltjes. Vrijlevende wortelaaltjes kunnen ook afgestompte wortels veroorzaken. Is er sprake van lesies of rotte plekjes op de wortels? Dan gaat het waarschijnlijk om wortellesieaaltjes (Pratylenchus). Knobbels en verdikkingen op de wortels wijzen op wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne).”

Aaltjesonderzoek

Bij het signaleren van valplekken of achterblijvende groei kan er een aaltjesmonster worden gestoken om de oorzaak te achterhalen. Immers is dit het moment dat je de aaltjesschade ziet en gericht kunt bemonsteren. Het beste kan er een monster genomen worden op de rand van de slechte plek en een monster op een goede plek. Laat incubatie uitvoeren en stuur aanvullend wortelmateriaal mee met het monster. “Dit geeft uitsluitsel of aaltjes de veroorzaker zijn en welke soorten er aanwezig zijn.”

Met het DNA-onderzoek worden alle relevante vrijlevende aaltjes altijd op soort gebracht, ook als het gaat om juveniele aaltjes die microscopisch niet op soort kunnen worden gebracht. Pas wanneer de soort bekend is kunnen er gerichte maatregelen worden genomen.

Advies op maat bij aaltjesproblemen

Zijn er problemen met aaltjes op je bedrijf? Zijn er schadelijke aaltjes aangetoond in het aaltjesonderzoek, maar weet je niet goed hoe je dit kan aan pakken? Een strategie en een beheersplan gericht op jouw specifieke situatie en percelen biedt dan uitkomst. Lees meer  over  dit advies op maat door een aaltjesspecialist.

Meer weten? 

Folder aaltjesonderzoek >

Percelen opgeven?

Neem contact op met je monsternemer of stuur een e-mail naar onze klantenservice via klantenservice.agro@eurofins.com.

Percelen zijn óók direct digitaal aan te melden bij Eurofins via eurofins-agro.akkerweb.nl.  Na aanmelding nemen wij contact en bespreken de tijd en plaats van monstername.