Nieuwe fosfaatwet en fosfaatklassen

11 augustus 2020 - Akkerbouw - Veehouderij

De nieuwe fosfaatwetgeving gaat uit van twee fosfaatbepalingen, de bodemvoorraad en de plantbeschikbare voorraad. Dit kan voor sommige percelen resulteren in een aangepaste indeling in fosfaatklasse.

Tot nog toe werd de fosfaatklasse bepaald op basis van de P-Al voor grasland en de Pw voor bouwland. Vanaf 1 januari 2021 geldt de nieuwe fosfaatwetgeving en daarin wordt de klasse-indeling voor beide gronden gebaseerd op de P-Al voor de bodemvoorraad en de P-CaCl2 voor de plantbeschikbare fosfaat. 

 

Plantbeschikbaar fosfaat

De rol van fosfaat in de bodem en bij de bemesting is de afgelopen decennia uitgebreid onderzocht. De hoeveelheid plantbeschikbare fosfaat in een bodem is vaak laag ten opzichte van de bodemvoorraad fosfaat. Daarom is het belangrijk om ook deze parameter te kennen. Binnen een week heeft het gewas deze hoeveelheid opgenomen. Gelukkig levert een bodem fosfaat na, dat wil zeggen dat de bodem de hoeveelheid plantbeschikbare fosfaat aanvult vanuit de voorraad. Die nalevering zorgt ervoor dat er langere tijd voldoende fosfaat beschikbaar is voor de gewasopname. Uiteraard moet er dan wel voldoende fosfaat in de bodemvoorraad zitten

Fosfaatnalevering stagneert

Er zijn situaties waarin de nalevering uit de bodemvoorraad stagneert. Dit is het geval als het fosfaat gebonden is aan ijzer of aluminium (bij een lage pH) of aan organische stof of calcium (bij een hoge pH). Er is dan wel veel fosfaat in de bodemvoorraad aanwezig, maar de plantbeschikbaarheid is laag. Er is dan er een hogere fosfaatgift nodig.

De nieuwe wetgeving houdt hiermee rekening. Per 1 januari 2021 verandert als gevolg daarvan ook de klasse-indeling. Deze wordt voortaan gebaseerd op de meting van zowel de plantbeschikbare hoeveelheid fosfaat (P- CaCl2) en de fosfaatvooraad (P-Al). Die nieuwe klasse-indeling sluit nauwkeuriger aan bij de fosfaattoestand van een perceel.

Spreiding grasland

Een voorbeeld maakt duidelijk wat de dubbele fosfaatbepaling voor graslanden kan betekenen. Graslanden die in 2020 vallen in de fosfaatklasse ‘neutraal’ (= P-Al 27 tot 40) kunnen forse verschillen in de beschikbaarheid van fosfaat vertonen. Uit cijfers van Eurofins Agro blijkt dat graslanden met een fosfaatvoorraad (P-Al) van 38, een spreiding laten zien in plantbeschikbaar fosfaat (P- CaCl2) van 0,2 tot en met 14,9 mg P/kg.

De nieuwe klasse-indeling per 2021 houdt hiermee rekening:
- Een perceel met een P-Al van 38 en een P- CaCl2 van 14,9 valt in de klasse ‘hoog’.
Een perceel met een P-Al van 38 en een P- CaCl2 van 0,2 valt in klasse ‘laag’.

Met andere woorden: een bodem met een relatief goede bodemvoorraad fosfaat kan toch te weinig fosfaat beschikbaar hebben. In de oude situatie werd een dergelijk perceel ingedeeld in de klasse hoog terwijl het gewas moeite heeft om voldoende fosfaat uit de bodem op te nemen. De nieuwe indeling maakt dat inzichtelijk.

Spreiding bouwland

Eenzelfde verschijnsel is ook op bouwland zichtbaar. Een relatief hoge bodemvoorraad kan samengaan met een lage hoeveelheid plantbeschikbaar fosfaat. In de huidige categorie ‘neutraal’ (Pw-getal van 36 tot en met 45) is veel spreiding in zowel de bodemvoorraad als de plantbeschikbare hoeveelheid aanwezig. Uit cijfers van Eurofins Agro blijkt dat bijvoorbeeld bij een Pw-getal van 44 de bodemvoorraad (P-Al) varieert tussen 15 en 92. De plantbeschikbare voorraad fosfaat (P- CaCl2) ligt tussen 0,4 en 6,3 mg P/kg.

In de nieuwe klasse-indeling per 2021 betekent dit bijvoorbeeld:
Een perceel met voorheen een Pw van 44,  krijgt nu bij  een P-Al van 15 in combinatie met een P- CaCl2 van 6,4 mg P/kg de indeling in de klasse ‘laag’.
Een perceel met voorheen een Pw van 44, krijgt bij nu bij een P-Al  van 72 in combinatie met een P- CaCl2 van 2,5 mg P/kg  de indeling in de klasse ‘hoog’.

Nauwkeuriger bemesten

De nieuwe fosfaatnormen houden dus beter rekening met de fosfaatbeschikbaarheid in een perceel en kan leiden tot een aangepaste fosfaatklasse. Met name in de situatie waar sprake is van de combinatie van een hoge bodemvoorraad en een lage beschikbaarheid kan dit een voordeel zijn. Te weinig plantbeschikbare fosfaat is vooral nadelig bij de beginontwikkeling van een gewas, óók bij de graslanden. Voldoende fosfaat is tijdens zaaien of poten is cruciaal voor de ontwikkeling van de wortels en dus voor een geslaagde teelt.