Natrium
Natrium is een alkalimetaal. Het speelt voor zowel dieren als planten een belangrijke rol in de vochthuishouding. Hieronder wordt onderscheid gemaakt tussen de rol van natrium in de veehouderij en natrium in de bodem en gewassen.
Dier
Natrium (Na) speelt samen met chloor (Cl) en kalium (K) een essentiële rol bij de osmotische druk van lichaamscellen en daarmee de vochthuishouding van het lichaam. Samen bepalen deze mineralen het kation-anion-verschil (KAV; ook wel zuur-base-evenwicht) van het rantsoen en van het lichaam.
Natrium speelt een rol bij de overdracht van zenuwprikkels en bij de productie van enzymen die essentieel zijn voor de absorptie van glucose en bepaalde aminozuren. Ook heeft natrium een bufferfunctie in het maagdarmkanaal in de vorm van natriumcarbonaat en natriumfosfaat. Normaal gesproken wordt het natriumgehalte van het bloed zeer constant gehouden. Om meer duidelijkheid te krijgen over de natriumvoorziening, kan speeksel worden onderzocht.
Behoefte aan natrium (CVB, 2016) | ||
Categorie | g/kgds | g/dier/dag |
Jongvee vanaf 4 maanden | 0,6 | 2,3 |
Jongvee vanaf 9 maanden | 0,5 | 3,0 |
Jongvee vanaf 16 maanden | 0,5 | 4,0 |
Droog 8-3 wkn tot afkalven | 0,7 | 7,6 |
Droog 3-0 wkn tot afkalven | 0,6 | 6,6 |
Melkgevend (20 kg) | 1,1 | 20 |
Melkgevend (40 kg) | 1,4 | 33 |
Natriumtekort
Een natriumtekort geeft geen specifieke gebreksverschijnselen, maar leidt meestal tot een verminderde voeropname, vruchtbaarheid en productie. Andere verschijnselen die kunnen worden waargenomen zijn: vermagering, sufheid, een droge, stugge huid, urinedrinken, ‘likzucht’ en ‘aan de nageboorte blijven staan’.
Natriumoverschot
Een natriumoverschot kan optreden bij een overmatige zoutopname, een watertekort en bij diarree (overmatig vochtverlies). Verschijnselen van natriumoverschot zijn overmatig drinken, een stijve gang en spiertrillingen. Het CVB (2005) geeft een toxische grens aan van 10 g/kgds (bij chronisch hoge gehalten).
Bodem en gewas
Natrium speelt een rol bij de vochthuishouding van planten. Een hoger natriumgehalte heeft geen effect op de grasopbrengst, maar wel op de smakelijkheid en dus drogestofopname van gras en graskuil. Normaal gesproken bevatten gras en graskuil een ruime hoeveelheid natrium. Snijmaïs, CCM, bierborstel, bietenperspulp en granen zijn juist arm aan natrium.
Natriumgehalte (g/kgds); Eurofins Agro 2009-2013 | ||||
Vers gras | Graskuil | Maissilage | Luzerne | |
Gemiddelde | 2,1 | 2,4 | 0,2 | 0,9 |
Streef-traject | - | 2,0-3,0 | 0,1-0,3 | - |
In de bodem is natrium is gevoelig voor uitspoeling; met name op zand- en dalgronden is het natriumgehalte vaak aan de lage kant. Bij opname van mineralen door gewassen is er concurrentie tussen natrium en kalium. De BemestingsWijzer van Eurofins Agro houdt hier rekening mee: wanneer bijvoorbeeld het kaliumgehalte hoger is, wordt er bij hetzelfde natriumgehalte meer natrium (zout) geadviseerd. Op die manier kan toch de benodigde hoeveelheid natrium door het gewas worden opgenomen. De BemestingsWijzer geeft advies voor alle grondsoorten.